Situatietekening van het terrein
omgeving van de Kaai.
Begin 1900 zou op deze locatie
een gasfabriek gebouwd worden.
Dit werd een hele ommekeer in Sliedrecht.
De petroleumlampen en kooktoestellen konden nu vervangen worden door gaslampen en gas kooktoestellen.
Tevens kwamen er straatlantaarns met gaslicht die `s avonds wanneer het donker werd automatisch ontstoken werden.
De heer
De Liefde,
exploitant van de gasfabriek
in het jaar 1901
De betonnenfundatie , waarop de gashouders geplaatst zullen worden,wordt gestort.
Zoals u kunt zien is de omgeving nog ongerept.
Rondom grienden en kreken en aan de zuidzijde de rivier de Merwede.
Hier de afbouw van de laatst bijgebouwde gashouder.
Het vergt van de arbeiders veel acrobatische toeren.
De hulpmiddelen waren in die tijd nog erg primitief.
Bouwkranen waren toen nog niet bekend.
Voor het nodige onderhoud moest jaarlijks het dak geteerd worden
Daar was een hele ploeg dapper werkvolk voor nodig .Men moest geen hoogtevrees hebben.
De opzichter beneden houdt het zekere voor het onzekere en blijft maar laag bij de grond de werkzaamheden in de gaten houden.
In het hoofdgebouw zijn de gasovens geplaatst.
Hier werd uit de kolen het gas gehaald en wat er daarna overbleef noemde men cokes.
Dit product werd gebruikt om in de elektrische centrale in Dordrecht de ketels warm te stoken.
Het was ook geschikt voor de kachel thuis maar het was wel oppassen. Het brandde zo hard dat het rooster in de kachel er van kon smelten.
Onder, de zwarte ploeg.
Rechts een overzicht van de machinekelder van de gasfabriek
Dit is de cokesbreekinstallatie.
Hiermee werden
de brokken cokes die uit de gasovens kwamen verwerkt in
hapklare brokken.
Ze waren dan geschikt voor het kolen fornuis.
Via de trechter ging het naar de kolenboer.
Een mooi plaatje van een gashouder.